We hebben allemaal een ego. Dat stemmetje in je hoofd dat je verteld hoe anderen je zien (of zouden moeten zien), dat stemmetje dat gevoed wordt door beelden van perfectie op socials en alle andere succesverhalen die we continu om onze oren geslingerd krijgen. Het stemmetje van onzekerheid over wie je bent, of wie je eigenlijk zou willen zijn. We hebben de neiging om alles wat super goed gaat naar buiten toe uit te vergroten, en alles wat minder gaat bij onszelf te houden. Of zelfs goed voor onszelf te verstoppen. Want de confrontatie aangaan met de minder leuke kant van jezelf, en dus voor jezelf toelaten wat minder mooi is, is verdomd lastig.
Ik ben groot voorstander van het vieren van successen, en op deze manier je zelfvertrouwen vergroten. Maar vier die successen dan wel vooral voor, en met, jezelf. Zodra je je successen alleen maar deelt voor anderen, om te laten zien hoe awesome het gaat ontstaat er een disbalans. Een disbalans met jezelf over hoe het écht met je gaat, en dikke kans dat je ego dan de overhand krijgt (of al heeft) en er geen ruimte meer is voor wat er niet goed gaat, wat gewoon even k*t is of waar je onzeker over bent.
Als dat gebeurd raak je afgesneden van jezelf. Je verliest letterlijk de verbinding met jezelf en je leeft voor de buitenwereld. We krijgen steeds meer het idee dat zwakte tonen niet mag en dat fouten maken al helemaal uit den boze is. (#spoileralert: iedereen krijgt uitkomsten die hij of zij niet had verwacht, en dus maakt iedereen “fouten”). Doordat dit gebeurt raak je ook los van “het moment” en los van je eigen emoties (want de negatieve die MOGEN er niet zijn, en druk je die dus voor het gemak maar weg). En zo raak je weer in een verdere versnelling, continu harder blijven lopen om maar te laten zien dat het wél goed gaat, en dat je helemaal niet shit in je vel zit. Of ergens onzeker over bent.
Dan proberen we krampachtig de schijn op te houden van perfectie terwijl er juist in onze kwetsbaarheid kracht ligt. Juist in de kwetsbaarheid ligt het “echte mens zijn”. Alleen is het helemaal niet zo normaal om te zeggen dat het even niet goed gaat, of dat je even niet zo lekker in je vel zit. Want dat is ongemakkelijk. Dan moeten we het échte gesprek met elkaar aan gaan, terwijl het toch zo veel makkelijker is om gewoon te doen, en te zeggen dat “alles goed gaat”.
Mooi symptoom hiervan is als twee bekenden elkaar tegen komen in het voorbij gaan. “Hé! Alles goed?”. “Ja super, met jou?”. “Ook!”. Maar hoeveel ruimte voel je om hier “nee” op te zeggen? Wat als het niet goed gaat? In deze situatie is er dan geen ruimte om dit ook te benoemen. Hierdoor raak je meer en meer in je eigen isolement. We houden dit met elkaar in stand. Want iedereen is gehaast. Bijna niemand is écht in het moment en in verbinding met zichzelf en de mensen om hem heen. Iedereen is druk met alles wat er “moet” om het “goed” te doen door de bühne, voor zijn of haar ego, of voor de buitenwereld.
Theo Maassen heeft dit ook geniaal uitvergroot in zijn show “Met alle respect”. In het voorbijgaan vraagt een bekende of alles goed gaat, en Theo beschrijft hoe hij roepend achter de bekende (die door fietst) aan gaat om te vertellen hoe verschrikkelijk slecht het gaat en wat er allemaal aan de hand is. Hilarisch. Maar zoals vaak met Theo Maassen ook pijnlijk waar.
En dat dit met bekenden gebeurd in het voorbijgaan is één ding. Maar als je ook niet meer de ruimte voelt om dit met je vrienden of familie te bespreken is een tweede. Juist in het delen van je kwetsbaarheden, de dingen die minder fraai zijn, of die je lastig vind schept ook weer verbinding. Het zorgt er voor dat je verdieping op zoekt in je sociale contacten, en daardoor ook weer terug kunt komen in balans. In contact met jezelf, en je eigen gevoel. Met ruimte om weer verder te groeien vanuit het ongemak dat je hebt doorgemaakt. Samen, en in verbinding met jezelf en je omgeving. Lekker toch?
Titel van de blog komt uit een nummer van Typhoon – Contact (album: Tussen Licht en Lucht)